Historiek: 'Op zoek naar de ‘roots’
Tijdens de Franse revolutie studeert een jongeman, E. Morlane, geneeskunde in Metz. Tijdens deze opleiding staat hij vooral vrouwen tijdens de bevalling bij. Door zijn bekommernis om de religieuze en morele aspecten van het moederschap, ontstaat in Metz in 1804 de congregatie “Zusters van de Moederlijke Liefde”. Vanaf 1885 zijn zij niet alleen werkzaam in Frankrijk maar eveneens in Antwerpen en Brussel.
Begin de jaren ’60 bouwen zij in de Pieter van Hobokenstraat een nieuw complex en richten de materniteit VZW Kliniek Onze Lieve Vrouw van Antwerpen op. Tal van wijzigingen in de ziekenhuiswetgeving en meer bepaald de verplichte sluiting of fusie van de ziekenhuizen met aanwezigheid van slechts één specialisme – in deze materniteit - zijn verantwoordelijk voor het sluiten van de materniteit in april ’85. Door de geboden mogelijkheid van de reconversie van ziekenhuisbedden naar rust- en verzorgingstehuisbedden wordt beslist de materniteit te transformeren naar een rust- en verzorgingstehuis. Hierop besluiten de Zusters van de Moederlijke Liefde hun activiteiten in België te beëindigen en terug te keren naar Metz.
Van moederhuis naar rust- en verzorgingstehuis
Reeds van bij de sluiting wordt geopteerd om de gerenommeerde materniteit een nieuwe bestemming te geven, namelijk een rust- en verzorgingstehuis voor bejaarden. De nodige aanpassingen dringen zich op en na het uitvoeren van de meest elementaire werken komt op 4 november 1986 de eerste bewoner in het rust- en verzorgingstehuis wonen. Geleidelijk aan worden alle verdiepingen in gebruik genomen. In ’92-’93 worden gesubsidieerde brand- en reconversiewerken uitgevoerd, waarna op 18 juni 1994 de vernieuwde gebouwen officieel worden ingehuldigd.
Op weg naar een multifunctioneel woonzorgcentrum
Het rust- en verzorgingstehuis wordt de afgelopen jaren meer en meer geconfronteerd met een stijgende zorgbehoefte van de oudere enerzijds en een steeds uitgebreider worden van het aangeboden zorgenpakket anderzijds. De aangeboden zorgvormen worden daarom verder uitgewerkt. Daarenboven blijkt de samenwerking met andere partners in de zorgverlening steeds belangrijker. Er worden wegen gezocht om de samenwerking met de thuiszorg te intensifiëren.
In november 1997 opent het dagverzorgingscentrum haar deuren. Via deze dienstverlening kunnen we ook zorgvragen vanuit de thuiszorg beantwoorden. Zorgbehoevende personen die thuis door hun mantelzorger worden verzorgd, kunnen vanaf nu overdag opgevangen worden in ons dagcentrum. Op deze manier kunnen we nu ook thuiszorgondersteunend werken.
In december 1999 wordt op de campus van het rust- en verzorgingstehuis het serviceflatcomplex ‘Residentie Cauwenhof’ geopend, waar 14 senioren ‘beveiligd’ kunnen wonen. Bij ingebruikname blijkt de interesse van de Antwerpse senior hoofdzakelijk uit te gaan naar een woonformule waar ook zorgen gegarandeerd worden. De VZW gaat op deze vraag in en al snel worden deze serviceflats ook erkend als rusthuisflats, wat betekent dat ouderen een volledige dienst- en zorgverlening aangeboden krijgen in deze flats.
De thuiszorgondersteunende diensten worden verder uitgebreid. In april 2001 wordt er een erkend centrum voor kortverblijf geopend met plaats voor 3 gebruikers. Ouderen die tijdelijk niet door hun familie en/of zorgpartners kunnen opgevangen worden (vakanties, crisisopvang, etc.), kunnen voor een vooraf bepaalde periode tijdelijk in het centrum verblijven.
Wanneer ouderen thuis ’s nachts opvang nodig hebben kunnen zij vanaf 2004 beroep doen op het pilootproject ‘Nachtzorg Antwerpen’. OLV Antwerpen is één van de oprichtende partners en zorgt voor de residentiële tak. Hierdoor kan men naast de opvang thuis ook gebruik maken van de hotelfunctie van ons woonzorgcentrum.
In 2004 wordt de nieuwe visie omgezet in een actuele opdrachtverklaring. Teneinde de zichtbaarheid voor de buitenwereld hiervan te verhogen en het belang van de koerswijziging te onderstrepen wordt het rust- en verzorgingstehuis officieel omgedoopt tot woonzorgcentrum.
De voorlaatste wijziging gebeurde begin 2006 met de ingebruikname van 15 nieuwe rusthuisflats. Vernieuwend hierbij is dat 3 flats voorzien zijn van 2 slaapkamers zodat de dienstverlening nog meer kan aansluiten op de vraag van zorgbehoevende residenten. Ook het centrum voor kortverblijf werd vanaf februari 2006 uitgebreid van 3 naar 10 woongelegenheden aansluitend op onze missie om in te spelen op vastgestelde noden in de thuiszorg .
Er gebeurde nu een laatste wijziging. Het woonzorgcentrum in het oude deel van de materniteit beantwoordde niet meer aan de behoeften van deze tijd. Het werd in fasen vernieuwbouwd tussen eind 2012 en 2016. Het residentiële deel van het woonzorgcentrum telt nu 3 leefgroepen voor bewoners met dementie, alsook 6 leefgroepen voor bewoners zonder dementie.
Tegelijkertijd werd in 2016 tenslotte 13 nieuwe assistentiewoningen met een oppervlakte tussen 55 m2 en 88 m2 in gebruik genomen.
Het multifunctioneel woonzorgcentrum vandaag
De afgelopen jaren groeide de voorziening uit tot het multifunctioneel woonzorgcentrum van vandaag en dit door de enorme inzet en motivatie van tal van personeelsleden en vrijwillige medewerkers.
Het multifunctionele woonzorgcentrum beschikt heden over:
- 170 residentiële bedden
- 10 kortverblijfbedden
- 15 plaatsen dagopvang
- 26 assistentiewoningen
- Nachtopvang
- Crisisopvang
- Buurtwerking